Bert! magazine, Rhoon GolfCenter, voorjaar 2021
17 16 INTERVIEW RINUS VAN BLANKERS PGA A-PRO RINUS VAN BLANKERS NAAR DE GOESE ‘GOLF IS OOK LOSLATEN’ Rinus van Blankers heeft als golfprofessional sinds 2016 zowel op Rhoon als bij de Goese Golfclub lesgegeven, in totaal 80 tot 85 uur per week. Per 1 augustus richt hij al zijn aandacht op de Goese en komt na bijna zes jaar een einde aan de samenwerking met Golfschool Rinus Goor. Rond zijn dertigste ziet Rinus van Blankers (62) golf op televisie. Hij zit dan ‘in de constructie en het machinebankwerk’ en is bezig een bedrijfje over te nemen. “Ik besloot te kappen met het hele zootje, zegde ook mijn baan op en ging golfen.” Rinus raakt dan voor het eerst een golfclub aan en besluit gelijk te gaan trainen. “Ik was ook fanatiek hardloper. De eerste drie jaar stond ik ’s morgens om kwart voor vier op om eerst te lopen en daarna de hele dag te trainen en me te verdiepen in de golfsport. Na een half jaar volgde ik cursussen in Florida. Via de bond heeft een pro me een beetje binnengeloodst en begeleid. Ik heb toen mijn doel, binnen een jaar handicap 18 bereikt en kon ik door”, vertelt Rinus die na twee jaar, op zijn 32ste, al golfprofessional is en in die functie een jaar op Papendal en vervolgens acht jaar in Brabant werkt. Daarna gaat hij voltijds spelen en wint bijvoorbeeld in 2002 de PGA Holland Tourschool op het Rijk van Nijmegen. “In 2011 heb ik de Senior Cup op mijn naam gezet tijdens de PGA-seniorkampioenschappen op de Dommel. Een jaar geleden won ik mijn laatste wedstrijd, de Monday Tour op de Twentsche Golfclub, met een score van -4. Daar kon ik mee thuiskomen. De laatste negen holes 3 pars speelde ik zes birdies.” Rinus gaat weer binnenlandse wedstrijden spelen, naast zijn werk voor de Goese. Waarom hij daar naartoe gaat? “Ik krijg de kans mijn ideeën op mijn manier uit te voeren. Op Rhoon heb ik niks te vertellen”, grapt hij, “maar het er wel naar mijn zin gehad, met dank aan Rinus Goor, Bert de Bode en de golfclub. Ik geef les omdat ik dat leuk vind, in Goes kan ik het technische beleid zelf bepalen. Financieel is het iets minder aantrekkelijk voor één in plaats van twee clubs te werken, maar ik doe het niet voor het geld. Mij gaat het er alleen om dat ik golfen mooi vind.” Rinus, die tien jaar lang heeft gespeeld met wereldtoppers en overal heeft gekeken, neemt zijn ervaring mee. “Daardoor weet je ongeveer hoe het werkt en ga je je eigen plan trekken. Je leert wat belangrijk is, wat je wilt en welke filosofie daarbij hoort. Ik heb bijvoorbeeld ontdekt dat je iedereen wel zijn gang kunt laten gaan, maar ze vooral de beweging moeten trainen om beter te worden. Biomechanica hoort erbij om zoveel mogelijk rendement uit die bewegingen te halen. Iedereen kan golfen, maar als je beter wilt worden en het simpeler kunt maken, is volhouden makkelijker. Ik ben 62 en word ook stijf als een hark, maar probeer het wel soepel te houden. Waar een wil is, is een weg. Als je er maar voor openstaat. Door steeds dezelfde weg te volgen ontdek je steeds meer in je beweging en is terugkoppelen makkelijker. Weten waar de bal heengaat en beseffen dat dit het resultaat is van de beweging die je hebt gemaakt. Hulpmiddelen als TrackMan Golf zijn eigenlijk alleen interessant wanneer je alle cijfers goed kunt doorgronden. Ze zijn niet verkeerd, maar slechts een aanvulling. Goede waarden betekent niet per se dat je goed kunt spelen. Daarbij komt meer kijken. Je moet kijken wat je doet en bewegingen begrijpen. Daar help ik mensen bij. Ik ben niet de sterkste als je me ziet en kan de bal toch een redelijk eind weg krijgen. Het is pure techniek. Ik heb geen snelheid, maar kan de bal op het juiste moment raken. Dat kost veel minder inspanning.” DE ‘MIND’ Er zijn spelers die veel meer talenten hebben dan topgolfers, maar het toch niet halen. Dat heeft ook met de geest te maken. “Je kunt beter een slechte techniek hebben en een ongelooflijke ‘mind’. Die ‘mind’ hoort er altijd bij. Ik hoor mensen vaak zeggen dat het op de driving range goed ging, maar tijdens het spel niet. Dan hebben ze de training mee de baan in genomen, maar wat je oefent moet je loslaten. Dat lukt de meesten niet, die gaan tijdens het spelen gewoon door met trainen. In plaats daarvan moeten ze focussen op waar de bal heen moet en welke curve daarvoor nodig is. Velen vertrouwen dat niet en gaan dingen onbewust doen en merken dat vaak gebeurt wat ze het laatst hebben gedacht. Ik heb zelf zoveel ballen geslagen dat ik meteen weet wat ik doe. Dat is de routine in mijn hoofd. Veel mensen snappen dat niet. Angst dat het niet lukt komt niet in me op. Als dat wel zo zou zijn, kon ik niet vrij spelen.” Rinus kent alle onderdelen van zijn swing en weet wat roet in het eten kan gooien. Hij noemt golf de moeilijkste sport, waarbij het lichaam centraal staat en niet – zoals velen denken – de handen. “Eigenlijk moet je als speler niet te veel weten. De beste spelers kunnen zich goed concentreren en halen niet alles door elkaar. Ik ben bloedfanatiek, maar sommigen letten ze er helemaal niet op waarom een bal gaat zo die gaat. Die gedachtegang gaat bij mij verder. De meesten zeggen dat is een simpel beweginkje, dat kan ik ook. Nee, er zit zoveel in.” Dat en meer gaat hij meegeven aan zijn leerlingen in Goes, met passie. “Ik kan niet zoveel uren van huis zijn als ik er niets aan vind.”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=